De kost voor leeflonen van niet-Belgen is de afgelopen jaren stelselmatig gestegen. In 2018 bedroeg het totaal nog 441 miljoen euro. Vooral vorig jaar liep dit drastisch op tot 502 miljoen euro. De vaakst voorkomende nationaliteit is de Syrische: met 79 miljoen aan leeflonen vertegenwoordigen ze bijna 16 procent. Op ruime afstand volgen mensen met de Marokkaanse nationaliteit. De top drie wordt gesloten door Palestijnen, een snel groeiende groep in de lijst.
Van vangnet naar matras
“Onze sociale zekerheid is te genereus” zegt Kamerlid Tomas Roggeman. Een persoon met gezinslast ontvangt 1.640 euro leefloon, exclusief groeipakket, huursubsidie, aanvullende steun en sociale tarieven allerhande. “De Vivaldi-coalitie heeft van ons sociale vangnet een dikke matras gemaakt. Werkloosheid wordt massaal gesubsidieerd” zegt Roggeman, die zelf voorzitter van het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst van Dendermonde. “Mensen krijgen meer als ze niet werken. Dat is de omgekeerde wereld. Zeker voor nieuwkomers schept dat extra drempels naar de arbeidsmarkt: in hun land van herkomst ligt het mediaaninkomen vaak onder het leefloon dat ze hier krijgen.”
Het zijn zotten die werken-aanpak
De invloed van de Oekraïense vluchtelingencrisis is beperkt doordat zij vallen onder het parallelle stelsel van gelijkgesteld leefloon. Theo Francken wil deze situatie wel zien veranderen naar het Nederlandse voorbeeld. “Dat we de Oekraïense vluchtelingen helpen is evident, maar dit land is te gul. Zoals ik van het begin af aan voorspelde, blijkt dat de ‘het zijn zotten die werken’-aanpak om Oekraïense vluchtelingen van dag één een riant leefloon van 1.640 euro netto per maand te geven, compleet faalt. Tijd voor een grondige correctie, naar voorbeeld van het Nederlandse systeem. Ik diende hiertoe een wetsvoorstel in.”