In 2018 sproeide Infrabel 4,8 ton pesticiden langs de sporen en op spoorwegterreinen. Daarvan was 4038 kilogram glyfosaat. Dit is een stijging van meer dan een ton tegenover het jaar voordien. “De selectie gesproeide producten is een bloemlezing van vergiften: Roundup, Madrigal, Gallup, Zapper... Stuk voor stuk zware glyfosaathoudende stoffen die niet thuishoren in onze bermen”, licht Roggeman toe.
Pesticiden verboden
Sinds 2015 is het gebruik van pesticiden in Vlaanderen verboden voor alle openbare besturen. Voor het onderhoud van de sporen verkreeg Infrabel echter een uitzondering in de vorm van een overgangsperiode voor vijf jaar. Die vervalt in januari 2020. Daarom keurde het federaal parlement in juli 2016 unaniem een N-VA-resolutie goed met de opdracht aan Infrabel om zich aan te passen met oog op het verlopen van de deadline.
80 procent van totale pesticidegebruik
“Vier jaar later is van die afbouw niet veel in huis gekomen”, stelt Roggeman vast. “Nochtans is die omslag bij Infrabel bijzonder belangrijk, want dit bedrijf is op zijn eentje verantwoordelijk voor ongeveer 80 procent van het totale pesticidengebruik in Vlaanderen. Het is al te gek dat we van lokale besturen eisen om enkele kilo’s verdelger te vermijden terwijl Infrabel de glyfosaat sproeit met tonnen tegelijk.”
Voortzetting uitzonderingsregime
Roggeman stelt vast dat Infrabel onvoldoende werk gemaakt heeft van alternatieven. Volgens het N-VA-Kamerlid is het duidelijk dat Infrabel rekent op een voortzetting van het uitzonderingsregime. “Ik roep Infrabel op om de gesproeide hoeveelheden onder controle te houden en alternatieven uit te rollen”, besluit Tomas Roggeman.