Vlaams volksvertegenwoordiger
Kruimelpad
Dubbel zoveel Waalse dan Vlaamse spoorstakers
Bij de vorige spoorstaking, begin oktober, bleek bijna 60% van het Waalse spoorpersoneel het werk te hebben neergelegd. Hierdoor reed bijvoorbeeld in de provincies Namen en Luik geen enkele trein. Ter vergelijking: in Vlaanderen legde gemiddeld amper 30% van het spoorpersoneel het werk neer. Kamerlid Tomas Roggeman (N-VA) die deze cijfers opvroeg, reageert: “Deze communautaire verschillen hoeven niet te verbazen. Wanneer het werk wordt neergelegd, gebeurt dit vooral in het zuidelijke landsdeel. Spijtig voor de Waalse werknemers die wel proberen om met de trein naar hun werk te gaan.”
Op woensdag 9 november wordt er opnieuw grote hinder verwacht op het openbaar vervoer omwille van stakingsacties van de vakbonden. Nog maar amper een maand geleden, op 5 oktober, vond de vorige staking plaats die heel wat hinder op het spoor heeft veroorzaakt. Amper één op de vier treinen heeft die dag kunnen uitrijden op basis van een aangepaste dienstregeling. Opvallend daarbij was dat op 5 oktober gemiddeld 58% van het Waalse spoorpersoneel niet aan de slag ging in vergelijking met amper bijna 27% van hun Vlaamse collega’s. Dergelijke grote verschillen zijn echter een constante bij stakingen op het spoor. “Alles is communautair. Zelfs stakingen bij het spoor,” duidt Roggeman.
Ook opvallend zijn de grote verschillen in de stakingsintenties van de beroepscategorieën bij het spoor. Zo legden ongeveer 50% van de informatici en de verkeersleiders het werk neer, terwijl dit in de categorie ‘universitairen’ amper 6,5% bedroeg.
Staking met regelmaat van de klok
Kamerlid Tomas Roggeman (N-VA) betreurt de regelmaat aan syndicale acties en wijst op het feit dat het telkens de reiziger is die de dupe is van dergelijke acties. “Door al deze stakingen ondervinden heel wat pendelaars en studenten die dagen grote hinder om op hun werk of school te raken. Het is tijd om de malaise bij het spoor deftig aan te pakken, want hier wordt niemand beter van.”
Gelukkig kan de NMBS wel telkens beroep doen op het systeem van minimale dienstverlening. Dit systeem werd onder de Regering Michel I ingevoerd. Deze aangepaste dienst wordt uitgewerkt op basis van de personeelsleden die wel aangeven te werken. Het spoorpersoneel moet namelijk 72 uur op voorhand aangeven of ze al dan niet aan de slag zullen gaan. Hierdoor hebben reizigers wel van tevoren zicht op welke trein wel en welke trein er niet rijdt op de stakingsdag.