Vlaams volksvertegenwoordiger
Kruimelpad
Steeds meer Syriërs krijgen onbeperkt verblijfsrecht
In 2021 kregen meer Syriërs onbeperkt verblijfsrecht in ons land ten koste van het statuut van subsidiaire bescherming. Deze trend is ingezet sinds het aantreden van staatssecretaris Mahdi. “Een verkeerde tendens,” zegt N-VA kamerlid Tomas Roggeman. “De instroom van Syriërs ligt lager dan enkele jaren geleden en toch hebben meer mensen de vluchtelingenstatus verkregen.”
Uit cijfers van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) blijkt dat vorig jaar in 1417 dossiers van Syriërs de aanvragers in ons land de status van vluchteling verkregen. Dit is een stijging van ongeveer 500 à 600 dossiers ten opzichte van 2020 (937) en 2019 (873). Door de goedkeuring in deze dossiers verkregen meer dan 2000 Syriërs de status van vluchteling. Deze stijging is des te opvallender in een context van gedaalde instroom. Zo dienden in 2015 nog bijna 45 000 mensen een aanvraag tot internationale bescherming in waar dit in 2021 gedaald was tot iets meer dan 25 000.
Daarentegen kregen in 2021 amper 153 personen van Syrische afkomst subsidiaire bescherming. Dit aantal daalt jaar na jaar ten bate van de status als vluchteling. In het systeem van subsidiaire bescherming is de verkregen status minder definitief dan wanneer iemand een erkend vluchteling is. In dit laatste systeem kan de persoon permanent in ons land blijven ook al is de situatie in het land van herkomst drastisch verbeterd.
Ook de totale beschermingsgraad voor personen uit Syrië stijgt opnieuw sinds het aantreden van de staatssecretaris. Zo sloot 2021 af met een beschermingsgraad van bijna 80%
“Maak subsidiaire bescherming de norm”
“Het feit dat dit systeem van subsidiaire bescherming minder vaak wordt toegepast ten voordele van het systeem van vluchtelingenstatus, is een verkeerde trend,” zegt kamerlid Tomas Roggeman. “Woord en daad liggen bij Staatssecretaris Mahdi duidelijk ver uit elkaar.”
Als het van oppositiepartij N-VA afhangt moet de focus duidelijk gelegd worden op de minder definitieve methode van subsidiaire bescherming. “De status van vluchteling geeft het beleid een minder grote beweegruimte wanneer de situatie voor de persoon in kwestie veranderd. Met subsidiaire bescherming helpen we mensen ook maar met minder verplichtingen voor de sociale zekerheid,” besluit Roggeman.